Van ziekte tot finishlijn: mijn Trail des Fantômes 2025 (20 km)
Na de UTHA (25 km) op 3 augustus dacht ik dat mijn lichaam wel zou herstellen zoals altijd. Maar dat was buiten mijn immuunsysteem gerekend.
Enkele uren na de wedstrijd kreeg ik last van koorts, rillingen, spierpijn en maagproblemen. Drie dagen lang was het overleven, niet trainen. Pas op dag vier voelde ik me min of meer de oude — maar de schade voor mijn herstel was intussen aangericht.
Start met een klein hartje
Aan de start van de Trail des Fantômes voelde ik meteen dat het niet mijn beste dag zou worden. De eerste 5 à 6 km worstelde ik om een goed ritme te vinden. Mijn benen voelden zwaar, mijn hoofd nog zwaarder.
Er kwam zelfs even de gedachte: misschien is vandaag een DNF de beste keuze.
Reset in de rivier
En toen kwam de eerste river crossing. Het frisse water, het breken van de monotonie… plots viel het kwartje. Het ritme kwam terug en mentaal begon ik weer grip te krijgen op de race.
Boost op km 10
Op kilometer 10 lag de bevoorrading – net aan de start/finish. Supporters stonden daar luidkeels aan te moedigen, en dat gaf een enorme mentale en fysieke boost.
Vanaf daar nam ik het kilometer per kilometer, zonder naar het eindresultaat te kijken.
De route was pittig: klimmen, dalen, en enkele bijzonder steile afdalingen waarbij we met touwen naar beneden moesten.
Laatste kilometers
Nog twee rivieroversteken en een fenomenaal uitzicht over de Ourthevallei markeerden het laatste stuk. Het was zwaar, maar haalbaar.
En toen kwam de eindspurt – gedragen door de “power-up” langs de weg en het aanhoudende gejuich van de supporters.
Conclusie:
Deze editie van de Trail des Fantômes heeft me opnieuw geleerd dat trailrunning niet alleen een strijd tegen het parcours is, maar ook tegen jezelf. Soms win je die strijd niet met pure kracht, maar met doorzetten, herpakken en de kleine boosts onderweg.